Digitalisering onderwijs
Talenten van kinderen sneller ontdekken
De hele wereld raakt steeds meer doordrongen van technologie. Omdat we ons in een digitaal tijdperk bevinden, is het belangrijk dat iedereen meebeweegt met die digitalisering. Dus ook kinderen, het liefst zo vroeg mogelijk. Dat geldt ook voor de leerlingen van De Berkenschutse. Zij maken al tijdens het basisonderwijs kennis met de digitale wereld.
Xander van Ballegooijen, afdelingsleider VSO Arbeid en Dagbesteding en ICT-promotor Glenys de Leijer zijn vanuit De Berkenschutse nauw betrokken bij de digitalisering van het onderwijs. Glenys startte in februari 2021 als ICT-promotor, met als opdracht een aantal schoolbrede projecten te gaan doen, collega’s te coachen om meer ict in het onderwijs te gaan gebruiken, te participeren bij hulpvragen vanuit de klas en mee te denken over beleid.
Thema-avonden
In het afgelopen jaar organiseerden Glenys en Xander een thema-avond rondom digitalisatie voor de raad van toezicht, de raad van bestuur, de medezeggenschapsraad van De Berkenschutse en de ondernemingsraad van Kempenhaeghe. “Het doel was om te enthousiasmeren. We moeten inzien dat onderwijs niet meer altijd tijd-, plaats- en persoonsgebonden is. Digitalisering is daarin een smeermiddel”, aldus Xander. In 2021 maakte Glenys een virtuele tour van de school. “Vanwege corona mochten we geen externen ontvangen. Aan de hand van 360-graden foto’s kon het team aangemelde leerlingen en hun ouders/verzorgers toch rondleiden door de school.”
Materialen
Xander en Glenys zijn van mening dat de talenten van leerlingen sneller worden ontdekt met digitale en gepersonaliseerde lesprogramma’s. Daarom organiseren zij in 2022 een aantal pizza-avonden waarop leerkrachten kunnen bekijken welke materialen beschikbaar zijn en hoe deze kunnen worden ingezet bij digitaal lesgeven.
Programmeren
“Binnen een gedigitaliseerde omgeving moet je altijd bepaalde vaste stappen doorlopen”, vertelt Glenys. “Bij de kleuters kun je beginnen met unplugged programmeren. Stapje voor stapje maken ze zich de stappen eigen die je moet zetten om digitaal bezig te zijn.” Daarna komt het eenvoudige echte programmeren met de Bee-bot, een robot in de vorm van een bijtje. Met behulp van zeven knoppen op zijn rug kun je de Bee-bot van punt A naar punt B laten gaan. Bijvoorbeeld: twee stappen vooruit, één keer naar rechts en dan weer een stap vooruit. Voor ieder stapje moet een toets worden ingedrukt, wat de kinderen dwingt om na te denken over de volgende stap. “Tot aan de bovenbouw breiden we het programmeren steeds verder uit. Zo leren de leerlingen”, aldus Glenys.
Spelenderwijs
Wanneer de basis eenmaal is gelegd, zijn er tal van leuke mogelijkheden om de digitale vaardigheden uit te breiden. Met de powerpuzzel kun je bijvoorbeeld puzzelstukjes op hun plek leggen. Als je er vervolgens een tablet bij pakt, komt de puzzel tot leven en kun je met racewagens gaan racen. De programmeerbare Ozobot is een robot die in alle lessen te gebruiken is, van taal en rekenen tot seksuele vorming en gym. Met de greenscreen box kunnen de kinderen eenvoudig een eigen greenscreen-video maken. En met LEGO WeDo 2.0 kunnen de leerlingen de mooiste dingen bouwen en programmeren, terwijl ze spelenderwijs van alles leren over wetenschap, technologie, techniek en wiskunde. Reken- en taalspelletjes kun je doen op een ProWise kiep/kantelbord, waar je met meerdere kinderen aan kunt werken.
Virtual reality
In de dagbesteding, arbeid en het vervolgonderwijs speelt digitalisatie minstens zo’n belangrijke rol. Die varieert van het scannen van QR-codes om materialen te kunnen vinden tot het gebruik van lasersnijders bij het vak technologie of in het Arbeidsoriëntatie- en Trainingscentrum. Of virtual reality-projecten waarbij de leerlingen virtueel kunnen rondlopen in een schilderij. Glenys: “De leerlingen kunnen in CoSpaces hun eigen virtuele wereld bouwen en die vervolgens omzetten naar virtual reality. Hoe mooi is dat?”
Aansluiten
Volgens Xander zijn de mogelijkheden eindeloos. “Maar het gaat niet om het inzetten van digitale hulpmiddelen omdat het gaaf is. Uitgangspunt is dat we er daadwerkelijk van kunnen leren. We kijken naar de vaardigheden van de individuele leerling en zoeken passende hulpmiddelen die daarbij aansluiten en helpen zijn/haar kennis en vaardigheden te vergroten.”