Om het onderwijs toch doorgang te laten vinden in coronatijd, schakelde De Berkenschutse over op digitaal onderwijs. Docenten Lux Wiercx en Leo Hanssen én leerling Simon Claassens vertellen hoe zij dit hebben ervaren.
“Toen de school bij de eerste lockdown toch op dat moment onverwacht dicht moest, hadden we een paar dagen om Microsoft Teams in te richten, ervoor te zorgen dat de leerlingen alles hadden wat ze nodig hadden, én de lessen aan te passen”, vertelt Luc, docent natuur-/scheikunde in de onderbouw van het voortgezet speciaal onderwijs. Vanaf het begin zijn alle lessen in alle vakken gewoon doorgegaan. Dat was een goede keuze, volgens Luc, omdat de leerlingen van De Berkenschutse meer dan andere jongeren behoefte hebben aan sturing en structuur.
Creatiever
In het begin vonden de leerlingen het leuk om online les te krijgen, maar dat sloeg na enkele weken om. “Sommige leerlingen konden het niet meer bolwerken. Begeleiding van ouders scheelt dan heel veel, maar vraagt ook veel inspanning.” Hij merkte dat docenten creatiever werden. “Iets simpels als huiswerk maken, stopt zonder goede begeleiding. Dan kun je als docent op je ‘online hoofd’ gaan staan, maar dat helpt niet. Dus ben ik punten gaan geven voor huiswerk en opdrachten maken.” (Leer)kwissen maakten de lessen interessant en om te voorkomen dat we het zicht op leerlingen zouden verliezen, werden enkele mentorleerlingen teruggehaald naar school. “Ik zie inmiddels wel de voordelen van online onderwijs voor leerlingen die bijvoorbeeld langdurig ziek zijn. Zij kunnen hun energie beter verdelen en per saldo dus meer doen. En we hebben nu een schat aan online materiaal waar alle docenten profijt van hebben.”
Spieken
Simon Claassens (14) zit in klas VM2/3a en is een van Luc’s mentorleerlingen. “Ik vond het wel jammer dat de scholen dichtgingen, maar ik kan prima thuiswerken”, vertelt hij. “Ik werkte in mijn eigen kamer en mijn zusje aan de keukentafel.” Toetsen was natuurlijk lastig tijdens de lockdown, omdat docenten niet kunnen controleren of er gespiekt werd. “Bij de toetsen die wel werden gehouden mocht je soms je boek erbij houden. En bij geschiedenis kregen we een vervangende opdracht. We moesten een essay schrijven over hoe het was om voor Napoleon te vechten in Rusland.”
Wekker
Simon miste de andere kinderen op school en het tussen de lessen met elkaar praten. Hij vindt dat online lessen veel meer concentratie vereisen dan normale lessen. Het fijnste van online onderwijs? “Dat ik niet iedere dag buiten hoefde te wachten op de taxi. Ik kon mijn wekker een uur later zetten. En ik had meer tijd om mijn huiswerk te maken, spelletjes te spelen of naar buiten te gaan.”
Ingenieus
Docenten in het praktijkonderwijs hebben op ingenieuze wijze het onderwijs voort kunnen zetten. Leo is leraar op de afdeling VSO arbeid en mentor van klas VAM2b. Hij geeft algemeen vormend onderwijs aan kinderen van 16-17 jaar en arbeidsspecifieke lessen over veiligheid en gezondheid, en arbeids- en motorische vaardigheden. “Alle kinderen in mijn klas krijgen onderwijs op hun eigen niveau. Ze hadden allemaal hun boeken thuis en iedereen kreeg wekelijks een individuele opdracht. Die stuurde ik op vrijdag per mail naar de kinderen én hun ouders of begeleiders.” Vier kinderen uit zijn klas, die extra begeleiding nodig hebben, kregen een dag- en weekplanning die consequent werd gecontroleerd.
Blije moeders
Drie keer per week kwam de hele klas bij elkaar voor een Teams meeting, zodat iedereen elkaar even kon zien. En alhoewel de leerlingen online veel theorie kregen, verzon Leo er samen met zijn onderwijsassistente Claudy zoveel mogelijk praktische opdrachten bij. “Tijdens de lockdown-periode hebben de leerlingen hun eigen kamer opgeruimd, de badkamer gepoetst en de ramen gewassen. Van die opdrachten werden vooral de moeders dolenthousiast!”
Aanpassen
Online werken vereist veel aanpassingen, zegt Leo. “Ik denk dat de kinderen plichtsgetrouw doen wat ze opgedragen wordt. Als leraar moet je ervoor zorgen dat ze niet teveel en niet te weinig doen. Regelmatig contact met de ouders om te horen hoe het ermee gaat, is dan belangrijk. Naarmate de lockdown vorderde, merkte ik dat het zwaarder werd voor kinderen en ouders. Maar datzelfde gold voor de docenten. We hebben veel meer uren gedraaid dan normaal, kregen te maken met veel meer papieren rompslomp en hadden een intensiever contact met leerlingen en ouders.” Hij is blij dat de scholen ondertussen weer – nog steeds met aanpassingen - open zijn. “Onze leerlingen hebben vooral baat bij fysieke lessen, beter dan dat wordt het niet.”